AMSTERDAM CENTRAAL STATION --------------------------------------------
Welkom! Mama, ik heb gasten uit sjoel meegebracht.’ In de gang hangt – uitnodigend - een mooie tekst:
WELKOM
Dat in deze woning
slechts vreugde u mag vinden
rust en gezondheid
succes en harmonie.
Met dierbaren samen
met vele lieve vrienden
beseffend: ’t is G.ds zegen
wat ik steeds rond mij zie.
Wonen is winnen
leven is een kunst
door liefde te geven
met mildheid en met gunst.
Vrede en vriendschap
te midden van veel mensen
dat alles en nog veel meer
wil ik jou graag toewensen.
--------------------------------------
Elsje: ‘Een mooie tekst. Letterlijk hartelijk.’
Dat hartelijk blijkt ook op mijn vrouw toepasselijk te zijn. VWO geniet van een heerlijke maaltijd. En daarna gaat het gesprek weer verder:
‘Negen is geen tien! Of misschien toch wel?’
‘In het begin dácht G.d hemel en aarde. En alles wat daar in en daar op is.’
Zo ver waren wij daarstraks in het gesprek in sjoel gekomen.
Dat ‘G.ddelijk denken’, wat moet je je daar eigenlijk bij voorstellen?
Ik leg het graag zo uit:
Stel je je het Centraal Station van Amsterdam in je gedachte voor. De perrons, de overkappingen. De rails, de bielzen, de steentjes ertussen. De passagiers. Met hun koffers en aktetassen. De stationschef met zijn spiegelei. Alles in je gedachte.
Let op: alles is in je gedachte ineens ontstaan. Alles is in je gedachte tegelijkertijd ineens ontstaan.
Nu ga je het Centraal Station, dat zich in jouw eigen gedachte bevindt, binnen. Je gaat gauw een oud dametje, dat bezig is uit de trein te stappen, met haar koffer helpen.
‘Dankjewel,’ zegt het dametje. ‘Met mijn negentig jaar is het wel prettig geholpen te worden.’
‘Negentig jaar?! Hoe kan dat nou?!’ vraag je je af. Het is immers nog maar een paar seconden geleden dat je het Centraal Station in je gedachte liet ontstaan!
Er wordt aan een van de sporen gewerkt. Een houten biels wordt door een betonnen exemplaar vervangen. Even het aantal jaarringen tellen. Driehonderd. Terwijl je pas dertig seconden geleden het station in je gedachte nam!
‘In het begin dácht G.d hemel en aarde.’ Dat is de betekenis van de eerste zin van de Tora. G.d dácht alles wat er in de hemel is en alles wat er op aarde is. Ineens. Tegelijkertijd. Dat was de eerste fase in het Scheppingsproces. De Gedachte-fase.
Daarna kwam de tweede fase in het Scheppingsproces. De negendelige Woord-fase. Eén plus negen is tien!
5VWO zwijgt. Dat is geen eenvoudige kost. Zelfs Ard doet zijn mond niet open.
Toch nog even verder met mijn uitleg:
De Tora komt ons vertellen dat G.d in éérste instantie de wereld dácht. Alles, de hele Schepping, was nog ín G.d aanwezig. Zoals er ook uitdrukkelijk staat: Wajehie èrèw wajehie wokèr – Het was avond en het werd ochtend. En daarna niet jom rie’sjon – de éérste dag; maar jom ègad – een dag van EEN.
5VWO blijft zwijgen. Diep ademhalen. Begrijpen. Tot je door laten dringen.
Daarna volgde negen keer ‘Wajomer Ellokiem – G.d zei.’
En zoals een woord wordt uitgesproken – en dus niet als een gedachte binnen de gedachte-denker blijft – zo trad de Schepping als het ware uit, buiten de Schepper.
Als het ware, dat wil zeggen ten opzichte van ons, naar ons gevoel, naar ons beperkte menselijke voorstellingsvermogen.
Maar niet in werkelijkheid: ‘Ein od milewado – niets bestaat buiten Hem. Et ha’sjamajiem we’èt ha’arèts anie malee – Ik ben alles wat hemel en aarde is.’
Onvoorstelbaar wonderlijk! Onvoorstelbaar fascinerend!
5VWO zwijgt stil.
Dan, toch: ‘Kunt u iets vertellen hoe de moderne wetenschap hierover denkt? Ik vraag mij af hoe oud, vanuit uw benadering, de wereld dan eigenlijk is?’ Het is Ard die deze vragen, nu schuchter, stelt.
Maar intussen is mijn vrouw met allerlei lekkers binnengekomen. Koffie, thee, frisdrank, heerlijke honingkoek, fruit.
‘Ard, Elsje en jullie allemaal, tast toe. Ik stel voor een gezonde gesprekspauze in te lassen. Of eigenlijk nog beter: wij spreken elkaar een andere keer verder. Begrijp het woord Sjalom in de wens Sjabbat Sjalommaar met dezelfde letters, maar dan in een andere volgorde: Sjabbat Sjmullen!’
VWO lacht.
Als de Sjabbat voorbij is mail ik de 5VWO-ers een kort artikel toe dat ik niet lang geleden voor de nieuwsbrief van de Joodse Gemeente Amsterdam schreef. Met de titel: De wonderwereld van de ‘OERKNALLER’.
Comments